Sorry. Er is iets mis gegaan
Trade Portal Homepage
Business Listing Hub

De kust van Engeland – een volle voorraadkast!

​De meeste mensen die op weg naar de kust zijn, verwachten het spektakel van strand, klifwandelingen en zeegezichten. John Wright, een professionele fourageur, kijkt met andere ogen naar de Engelse kust: hij ziet een voorraadkast met etenswaren die klaarstaan om geplukt en genuttigd te worden.

Je hoeft niet ver te zoeken om te foerageren

De grote verscheidenheid aan verschillende habitatten langs de kust – zand- en kiezelstranden, rotsachtige vooroevers, moerassige inhammen – nodigen een groot aantal planten, dieren, schimmels en algen uit om zich er te vestigen. 

“De kust is de beste plek om te gaan foerageren; elke bezoeker vindt er veel door er alleen maar te zijn”, vertelt John, eigenaar van Edible Bush en organisator van foerageercursussen langs de kusten van Zuid-Devon en Dorset. 

John, auteur van The Forager’s Calendar, was al jong op zoek naar bramen en kokkels en wil graag de kinderlijke verwondering overbrengen die het foerageren aan de kust met zich meebrengt. 

“Het is magisch – het getij komt en gaat, waardoor de hele natuur blootligt en je zo aan de slag kunt. Ik ben van mening dat foerageren een instinct is en dat we echt gelukkig zijn als we ons instinct volgen.”

Wat volgens John opvalt, is dat je niet ver hoeft te gaan om te gaan foerageren. Zelfs een parkeerplaats aan de kust heeft genoeg te bieden, zoals zeekraal, die zich zelfs in kleine scheuren langs de boulevard en in zeeweringen thuisvoelt. 

Wat betreft de locaties stelt John voor de randen van een flink baai langs de kust op te zoeken en gewoon te rommelen om te zien wat je kunt opduiken. “Hoe ruwer en rotsachtiger de baai, hoe beter.” 

Robin Hood’s Bay in Yorkshire is een goede optie, net als de stranden rondom East Prawle langs de kust van de South Hams in Zuid-Devon en rondom Studland Bay in Dorset. Als je een lokale inwoner ziet die hetzelfde doet, is dat waarschijnlijk een goed teken: hier valt wat te halen.

Loop verder naar een kiezelstrand en je vindt er waarschijnlijk de biet, een voorouder van de gewone biet en snijbiet; John omschrijft ze als “de grootste van de eetbare planten” met de smaak van spinazie, maar dan “veel lekkerder, sappiger en dikker”.

Smaak speelt hier een belangrijke rol. Het zeeklimaat zorgt ervoor dat kustplanten vaak sappiger zijn dan hun gekweekte rivalen in het binnenland. “Ze leven in deze extreme omgeving en staan aan veel dingen bloot. Daardoor hebben ze een zeer dikke laag als verdedigingsmechanisme om uitdroging te voorkomen”, legt John uit. “Daarom is zeekraal echte heerlijk.”

The English Coast – a stocked larder! The English Coast – a stocked larder!
The English Coast – a stocked larder!

Vergeet niet het land te respecteren!

Dan komen we bij de getijdenlijn zelf, waar schelpdieren in overvloed zijn en het menu bestaat uit schelpdieren en kokkels. “Scheermessen zijn enorm leuk”, zegt John, maar vangen ervan vereist geduld en vaardigheid. 

“Je moet letten op een klein gat in de vorm van een acht in het zand. Als je een beetje zout op het zand strooit, komen ze eruit.” 

Zeewier is er natuurlijk in overvloed. Hoewel de meeste soorten niet eetbaar zijn, is er geen een giftig – in tegenstelling tot paddenstoelen. Je hoeft je dus niet al te veel zorgen te maken over het verkeerd identificeren van een soort. Sommige smaken beter dan andere (en alles moet worden gekookt). Dulce is Johns favoriet: “Het is prachtig paars en erg heerlijk als je het frituurt – net alsof je gezonde chips eet.”

Tijdens het foerageren zijn er wel wat dingen die beter kunt doen of laten. De Engelse wet voorziet in een algemeen recht om fruit, gebladerte, schimmels en bloemen te plukken, zolang dit maar niet gebeurt voor de verkoop of voor andere commerciële doeleinden. 

Zeewier kan alleen worden verzameld als het los op het water drijft; het mag niet worden geplukt of verzameld als het aanspoelt op de kust.

Als het gaat om gezondheid heeft John een eenvoudige boodschap: kook goed. “Ik eet liever iets taais dan iets dat me een dag lang ziek maakt”, lacht hij. 

Mosselen en schelpen moeten minstens vier minuten koken. “Scheermessen zijn geweldig als je ze met een beetje wijn kookt”, voegt hij eraan toe. 

Ook als zelf je eten bij elkaar scharrelen niets voor je is, heeft John een zekere geruststelling. Terugkijkend op vroeger herinnert hij zich: “Vaak was niet het eten zelf, maar het spektakel – het identificeren van dingen – zo leuk aan foerageren.”

Door Mark Rowe