Waar ga je voor het beste van de lente?
Daar is het voorjaar in Engeland op z’n best, met duikende, zwevende en nestelende zeevogels, kleurrijke kustbloemen en prachtig gekleurde libellen en bevallige vlinders die fladderen als een confetti waarop de wind vrij spel heeft.
De kust van het North York Moors National Park is een van de beste plaatsen om getuige te zijn van dit spektakel. Verken de kliffen boven de prachtige haven van Staithes en bewonder mos, korstmossen en grassoorten in combinaties van buitengewone groentinten – te veel om te tellen – die samen een grote lichtgevende bruisende vegetatie vormen.
Je kunt het geel en rood van de gewone rolklaver en de dichte dobberende roze koppen van het Engels gras eenvoudig onderscheiden. Misschien heb je geluk als je in het water kijkt. Er worden steeds meer walvissen (vinvissen, gewone vinvissen, Noordse vinvissen, grienden en bultruggen) voor de kust waargenomen terwijl ze de scholen haring en makreel achtervolgen die naar het zuiden migreren. In de buurt, zoals bij de Cowbar Nab in Staithes, zijn belangrijke nestkolonies van zeevogels te vinden.
Zo’n 70 km naar het zuiden, rond Bempton Cliffs Nature Reserve, Yorkshire, vind je een van de belangrijkste plaatsen in Engeland waar je zeevogels kunt spotten. De RSPB beheert hier een reservaat met veilige uitkijkplatformen, waar op het hoogtepunt van het broedseizoen tot wel 200.000 vogels zijn te vinden, zoals stormvogels en rissa, die gemakkelijk zijn te herkennen aan hun vleugels; ze zien eruit alsof ze in inkt zijn gedoopt.
Deze kliffen zijn ook ideaal om in het voorjaar en najaar getuige zijn van trekvogels, zoals de oenanthe (je herkent het mannetje aan zijn ‘gezichtsmasker’ – een zwarte band rond de ogen).
Ook de Norfolk Broads zijn in het voorjaar magisch, als de eenden en kikkers van zich laten horen (om het niet te hebben over hongerige reigers, die op zoek zijn naar een smakelijke snack). De ‘broads’ zijn ondiepe meren die in de middeleeuwen ontstonden tijdens de turfwinning en onderliepen toen het zeeniveau in de 14e eeuw steeg. Samen met de rivieren, moerassen en vennen vormen ze een eenheid met wilde dieren én karakteristieke gebouwen, waardoor het landschap een zeldzame schoonheid heeft.